Nog geen vier jaar geleden werd hij verlamd door de stress toen hij in de Ronde van Polen de leiderstrui overnam. Afgelopen zomer regeerde hij soeverein met de gele trui om zijn schouders in de belangrijkste koers van het jaar, de Tour de France. De status van superkampioen heeft hem niet veranderd. Nog altijd heeft hij zelf de regie van zijn leven in handen. Sterker, in een interview met RIDE Magazine geeft Jonas Vingegaard aan uit te kijken om met rugnummer 1 zijn Tour-titel te verdedigen.
Dit interview was eerder te lezen in de RIDE Voorjaarsgids van 2023.
Het lijkt het uiteinde van de wereld te zijn. Op de vlaktes met het uitzicht over de fjord Limford heeft de koude Noorderwind geregeld vrij spel en voel je de eenzaamheid van het bestaan. Glyngøre, een klein dorpje met zo’n 1500 inwoners in Midden-Jutland, is dan ook een ideale plek om de drukte te ontvluchten. Een ideaal toevluchtsoord voor Jonas Vingegaard om alle belangstelling rond zijn Tour de France-zege te ontlopen en een normaal dagelijks leven te leiden. Alsof het geel hem nooit heeft gekroond.
Sinds 2019 woont Vingegaard in Glyngøre, een plaats waar de haven het middelpunt vormt en benadrukt dat de visserij nog altijd een van de belangrijkste inkomstenbronnen voor het dorp is. De vele houten huizen kenmerken de typische Scandinavische bouwstijl. Op de wegen langs de kliffen, over de heuvels en door de vele bossen krijg je het gevoel alleen op de wereld te zijn en overheerst de eeuwige stilte. Zeker op winterse dagen wanneer de gevoelstemperatuur vaak ver onder het vriespunt ligt. De 1.700 meter lange brug Sallingsundbroen tussen de schiereilanden Noord- en Midden Jutland zorgt voor enige bedrijvigheid in dit kleine dorp. Voor de rest heerst er de stilte.
Al ruim drie jaar lang is dit de plek waar Vingegaard en zijn vriendin Trine, inmiddels met hun dochtertje Frida, zich helemaal thuisvoelen. Op een uurtje rijden van zijn geboorteplaats Hillerslev en van Hanstholm, de havenplaats waar hij op de visafslag werkte. In de wintermaanden verblijft de Tour-winnaar gedwongen door de koude weersomstandigheden ook geregeld aan de Spaanse costa’s in de omgeving van Alicante of nabij Marbella, waar hij nu een appartement laat bouwen.
Normaal leven
“Natuurlijk zijn er zaken om me heen zijn veranderd, maar ik kan niet zeggen dat mijn leven is veranderd”, antwoordt Vingegaard wanneer we hem vragen naar de impact van zijn Tour-zege. “Ik kan in Glyngøre nog steeds mijn normale leven leiden. Ik kan mijn trainingen goed afwerken en kan ook nog probleemloos mijn boodschappen in de lokale supermarkt halen. Iedereen kent elkaar hier, waardoor ik ook na mijn successen in de Tour nooit in een vervelende situatie terecht kwam. Voor mijn dorpsgenoten blijf ik gewoon Jonas, dus eigenlijk is er niks veranderd. Het is niet ineens dat het hele dorp op zijn kop staat. Daar zijn de mensen hier ook te nuchter voor. Wanneer ik naar een grotere stad zoals Kopenhagen of naar het vliegveld ga, dan merk ik wel dat mijn status anders is. Veel meer mensen herkennen me en je voelt dat blikken je volgen.”
“Eigenlijk is het thuis even relaxed als het altijd was”, vervolgt Vingegaard. “Ik kan hier met mijn vriendin Trine en mijn dochtertje Frida een totaal onopvallend leven leiden. We staan op en ontbijten heel relaxed met ons drietjes. Het heeft geen nut om Frida naar de kinderopvang te brengen, omdat we gedurende de winter maar straks ook gedurende het seizoen samen veel reizen. Gelukkig kunnen we onze tijd zodanig invullen dat we in Denemarken ook meestal samen zijn. Na het ontbijt ga ik mijn trainingsuren op de fiets maken, terwijl Trine en Frida thuisblijven of op bezoek bij vrienden gaan. We hebben zelfs een bakfiets. Ik vind het heerlijk om met mijn dochtertje voren in de bak te fietsen.”
‘Thuis’ blijft Denemarken
Hoewel hij nu nabij Marbella een appartement bouwt, heeft hij geen behoefte om naar Spanje, Monaco of Andorra te verhuizen. Naar de wielerenclaves waar zovele profs wonen. “Denemarken is mijn thuis en dat zal ook zo blijven. Ik zie het doel ook niet om ergens anders te gaan wonen. Met de verschillende trainingskampen, hoogtestages en natuurlijk de wedstrijden ben ik al zoveel onderweg. In de winter wanneer het weer te slecht is om goed te fietsen, verblijf ik daarnaast ook nog geregeld in Spanje om onder ideale weeromstandigheden de basis voor het seizoen te leggen. Maar ik wil mijn thuis in Denemarken hebben. Een plek waar ik me helemaal relaxed voel.”
Toch weten de mensen hem te vinden. Dagelijks komt er genoeg fanmail per post aan. De mensen hoeven alleen Jonas Vingegaard en de naam van zijn dorp op de briefkaart te schrijven en de postbode weet het wel bij de Tour-winnaar te bezorgen. “Dat klopt. Een adres is niet nodig. Er staan gelukkig geen fans voor mijn deur. Het is direct na de Tour twee keer voorgekomen dat er iemand voor mijn huis stond te wachten maar daar is het gelukkig bij gebleven. Als ik op de fiets iemand passeer dan zwaaien de mensen of roepen ze iets. Maar het is niet zo dat ik door fans word achtervolgd. Ik heb ook veel plichtplegingen kunnen ontlopen. Eerlijk gezegd heb ik qua rust en trainingen gewoon een goede winter gehad. Ik ben zelfs minder kilo’s aangekomen dan in voorgaande jaren.”
“Ik ben minder kilo’s aangekomen dan in voorgaande jaren”
Na de Ronde van Lombardije vertrok Vingegaard voor een maand naar Azië. Eerst ging hij op vakantie naar de Malediven. Vervolgens bleef hij tien dagen in Singapore voor een criterium van Tour-organisator ASO om daarna ook nog in het Japanse Saitama een Tour-criterium te rijden. “Toen ik van die trip terug kwam ben ik dagelijks weer gaan fietsen. Eigenlijk heb ik vanaf dat moment in Denemarken op eenzelfde rustige manier als andere jaren mijn voorbereiding op het seizoen kunnen doen.”
Tom Dumoulin kwam er na zijn Giro d’Italia-zege in 2017 openlijk voor uit dat de status van een kampioen, waarbij de buitenwereld iets van je wil, hem totaal niet ligt. Herken jij die emotie na jouw Tour-zege?
“Nee, niet echt. Het is niet dat ik voor de kampioenenstatus heb gekozen. Mijn drijfveer is om een goede wielrenner te zijn. Maar ik heb geen probleem dat het publiek iets van mij verwacht. De buitenwereld mag verwachten wat ze willen. Waarschijnlijk zal ik ze dan soms moeten teleurstellen, maar daar lig ik niet wakker van. Dat hoort er nu eenmaal bij wanneer je een grote wedstrijd hebt gewonnen en supporters krijgt. Dat ik op sommige plekken word nagestaard, mensen mij aanspreken of een selfie willen, daar heb ik mezelf enigszins op voorbereid. Ik weet dat je een andere status hebt wanneer je de Tour hebt gewonnen en dat veel mensen je ineens herkennen. Ik zie dat niet als een probleem. Ik leg al die aandacht redelijk makkelijk naast me neer. Het beïnvloedt mijn leven zeker niet.”
Is het moeilijk om ‘nee’ te zeggen?
“Haha, ik heb afgelopen winter heel vaak nee moeten zeggen tegen verzoeken die bij me werden neergelegd. Vroeger vond ik het moeilijk als ik mensen moest teleurstellen, maar ook daar leer je mee omgaan. Je weet dat je jezelf in bescherming moet nemen door zaken af te slaan. Mijn tweede plek in de Tour van 2021 heeft me dat al geleerd. Als mensen nu een mening over me hebben omdat ik iets weiger, dan is dat maar zo. Ik kan dat nu vrij makkelijk naast me neerleggen.”
Dolenthousiast
Op de woensdag na zijn Tour-zege wachtten zo’n 25.000 dolenthousiaste Denen hem op het plein voor het stadhuis in Kopenhagen op voor de officiële huldiging. Toen pas zag Vingegaard wat zijn Tour-zege allemaal teweeg heeft gebracht in zijn thuisland. “Die hele dag was bizar. De Deense wielerbond had een privévliegtuig geregeld zodat ik vanuit Nederland terug kwam. Het had een verrassing moeten zijn, maar ik had het al gehoord dat ik boven het Deense grondgebied werd opgewacht door twee F16’s van de luchtmacht die me verder zou begeleiden richting de luchthaven. Dat was een prachtig gezicht. Onderweg van het vliegveld naar het centrum van Kopenhagen, ik denk zo’n tien kilometer lang, stonden overal mensen. Soms zelfs rijen dik om een glimp van mij op te vangen. Ik maakte de fout om daar high fives te willen geven, waardoor ik die avond behoorlijk last van mijn arm had.”
“Toen ik in Kopenhagen voor die mensenmassa stond, wist ik echt niet wat mij overkwam. Ik denk dat ik nooit eerder zoveel mensen op één plek had gezien. Het was zo raar dat al die mensen voor mij op de been waren. Ik wist dat een Tour-overwinning een grote impact had, maar had niet gedacht dat het zoveel teweeg had gebracht in Denemarken en dat zo veel mensen met mij die overwinning wilden vieren.”
Kun je inmiddels al geloven dat je de Tour hebt gewonnen?
“Nu nog steeds word ik af en toe midden in de nacht wakker en dan vraag ik mezelf af; heb ik nu echt de Tour de France gewonnen of was het een droom. Dan sta ik op en loop de huiskamer in waar de bokaal staat en de gele trui ophangt. Dan weet ik het daadwerkelijk heb geflikt.”
Welk moment uit de Tour koester je het meest?
“Ik denk de manier hoe we als ploeg reden, dat is voor mij de fijnste en mooiste herinnering. Er zitten zo veel sterren in de ploeg, maar iedereen stond volledig achter het uitgestippelde plan en voerde zijn taak voor de volle honderd procent uit. Het was niet dat we één doel hadden, want uiteindelijk wilden we zowel het geel als het groen winnen. Daar heeft iedereen zich ook helemaal voor ingezet en weggecijferd. Zeven van de beste renners van het peloton hebben alles voor mij gedaan. Dat is voor mij iets onvergetelijks.”
Op de buitenwereld heeft jullie coupe in de rit naar Col du Granon de grootste indruk gemaakt. Met een masterplan werd Tadej Pogacar beetje bij beetje vanaf de Col du Télégraphe op de Galibier en Granon afgemat. Heb jij deze dag ook beleefd als een etmaal waarin Tour-historie is geschreven?
“Het plan voor deze rit werd al bedacht in december tijdens ons eerste trainingskamp richting het seizoen. In de twee voorafgaande jaren waren zowel Primoz als ik tweede in de Tour geworden. In de Tour van 2022 hadden we allebei het kopmanschap. Ons plan was dat we op bepaalde dagen alles of niets zouden spelen zodat één van ons tweeën de Tour kon winnen. Voor deze rit hadden we afgesproken om een ‘crazy’ aanvalsplan te maken. Overal waar het mogelijk was wilden we Pogacar aanvallen. Met ploegmaten die zich vanuit de vroege vlucht konden laten terugvallen was het onze bedoeling om Tadej al vroeg aan te vallen. Dat hebben we gedaan, waardoor het een mooie, speciale rit werd.”
“Op de Granon heb ik getracht de koers zo hard mogelijk te maken. Die col is een beest van een klim. Ongekend zwaar. Ik denk dat ik geen zwaardere klim als finishcol ken of ooit bedwongen heb. Dat viel me tijdens de verkenning al op. Ik wist dat er een steil stuk kwam op zo’n 4,5 kilometer van de top. Dat punt had ik mijn hoofd om aan te vallen. Ik voelde me goed en had de benen om dat plan uit te voeren. Eerlijk, ik denk ook dat dit één van mijn beste dagen op de fiets ooit is geweest. Het was verrassend dat Pogacar me niet kon volgen. Normaal springt hij meteen op je wiel, maar ditmaal probeerde hij niet eens om mij te volgen. Daardoor wist ik dat dit mijn grote kans was. Daarna heb ik alles gegeven tot aan de finish. Het was niet alleen mijn eerste ritwinst in de Tour, maar ik kreeg er ook mijn eerste gele trui. Een dag om nooit te vergeten.”
En dan ben je ineens van de jager op het geel, de prooi in het geel waar op gejaagd wordt. Het is bekend dat je in het verleden wel eens bezweek onder de druk van de leiderstrui. Nu oogde je kalm en zelfverzekerd.
“Ik was zelf ook wel enigszins verbaasd hoe rustig ik bleef vanaf het moment dat ik op de Col du Granon de gele trui veroverde. Met mijn geschiedenis als een renner die onder bepaalde druk weleens heel nerveus werd, was het makkelijk geweest om weer met datzelfde probleem geconfronteerd te worden. Dat ik met het geel om mijn schouders onder de druk zou bezwijken. Ik heb de laatste jaren echter hard gewerkt om mezelf op die momenten onder controle te hebben. Eigenlijk keek ik vrij eenvoudig naar de situatie. Als ik kan winnen, dan ga ik ervoor. En als het niet lukt, dan kom ik volgend jaar terug om het opnieuw te proberen. Ik zal het blijven proberen totdat ik de Tour een keer heb gewonnen. Ik denk dat ik de afgelopen twee jaar enorme stappen heb gezet in het omgaan met mijn eigen verwachtingen. Het probleem dat ik nerveus was, lag helemaal bij mezelf. Het was niet dat dit kwam omdat anderen dan iets van mij gingen verwachten, maar ik legde mezelf een enorme druk op. Ik Daar kon ik niet mee omgaan.”
Voelde het in de Tour ook als een overwinning dat je je zenuwen de baas was?
“Zeker. Al is het iets dat ik nu al zo’n twee jaar onder controle heb. Het is steeds beter gegaan en sinds het begin van het seizoen 2021 heb ik daar eigenlijk geen problemen mee meer gehad.”
Wat was je moeilijkste moment tijdens de Tour?
“De vijftiende rit van Rodez naar Carcasonne was mentaal erg moeilijk. Die ochtend startte Roglic niet meer, terwijl we in de beginfase van de rit ook Steven Kruijswijk door een valpartij verloren. Daarbij vielen Tiesj Benoot en ik die dag ook nog eens. Dan krijg je wel het gevoel alsof alle tegenslagen zich opstapelen. Het voelde echt als een klap en er moest die dag echt op ons in worden gepraat dat we moesten doorvechten. We moesten blijven vasthouden aan ons plan ook al waren we twee belangrijke spelers in die tactiek kwijt geraakt. Je moet alle tegenslag van je afzetten en weer vooruit kijken.”
Met de Tour-zege vrijwel zeker op zak nam je op de voorlaatste dag toch nog de nodige risico’s in de afsluitende tijdrit. Mag ik zeggen dat dit onbegrijpelijk was?
“Ik was voor de tijdrit een beetje nerveus. Wat als ik een slecht dag zou hebben. Ik besloot om gewoon normaal van start te gaan en niet met de handrem erop te rijden. Op de voorlaatste klim ging ik echter zo hard omhoog, dat ik weer in mijn element zat om voluit te gaan. Daardoor nam ik in de afdaling te veel risico’s en stuurde ik eigenlijk elke bocht verkeerd in. Toch had ik niet het gevoel dat ik onbesuisd die bewuste bocht in ging. Ik had wel de verkeerde lijn richting die bocht genomen. Doordat de weg vrij hobbelig was, kon ik dit nauwelijks meer corrigeren en kwam ik bijna ten val. Wanneer er mooi asfalt had gelegen was er niets aan de hand geweest. Natuurlijk schrok ik enorm. In mijn oortje van de communicatie met de ploegleiderswagen was het ook even stil. Vervolgens hoorde ik ploegleider Grischa Niermann zeggen: ‘Good safe’. Meer niet.”
“Het liefst zou ik Wout van Aert elke koers naast me hebben”
Een symbolisch moment in de Tour de France was het schouderklopje dat Wout van Aert je gaf nadat je over de finish van die afsluitende tijdrit kwam. Wat betekende dat voor jou? Van Aert heeft in die Tour zoveel voor je gedaan, met cruciaal werk in de kasseienrit naar Arensberg en in de bergrit naar Hautacam.
“Dat gebaar voelde als de triomf van ons team. Mijn Tour-zege zie ik vooral als een prestatie van de hele ploeg. Het was mooi dat Wout die tijdrit nog wist te winnen. Dat was dik verdiend. Wout had zijn eigen doel met de groene trui, maar was er ook voor de volle honderd procent voor het team. In die tijdrit werd de Tour-zege veilig gesteld. Je merkte aan de finish dat iedereen van de ploeg emotioneel was. Als ik terugdenk hoe Wout met de gele trui om zijn schouders in de kasseienrit enorm veel werk voor mij heeft verricht, dan raakt mij dat ook. Hij was die dag bereid om zijn gele trui op te offeren door voor mij te werken. Dit geeft aan welke speciale band wij hebben en hoe speciaal deze ploeg is. Wij willen elkaar helpen en iedereen is bereid om voor een ander te werken.”
In de komende Tour de France staat Wout van Aert weer aan je zijde. Was dat een voorwaarde voor jou?
“Het liefst zou ik Wout elke koers naast me hebben, maar dat is onmogelijk omdat hij zich in het eerste deel van het jaar op de Vlaamse klassiekers richt. Hij is niet alleen een fantastische renner, maar ook een fijn persoon om in de ploeg erbij te hebben. Ik wilde hem er in de komende Tour zeker weer bij hebben. Zijn aanwezigheid is voor mij van enorm grote waarde.”
Waar Wout van Aert present is, zul je Primoz Roglic in Frankrijk waarschijnlijk moeten missen omdat hij al zijn pijlen op de Giro d’Italia richt.
“Inderdaad. Het zal anders zijn zonder Primoz. Hij was degene die mij drie jaar geleden onder zijn vleugels nam, mijn mentor binnen de ploeg. In 2022 vertelde hij al binnen de ploeg dat ik een potentiële Tour-winnaar was. Zelf geloofde ik daar niet in. Natuurlijk ga ik hem missen, maar hij heeft in een mooie uitdaging in de Giro.”
Met een Tour de France-zege op zak is je positie in de ploeg veranderd en heb jij zeker ook invloed op de Tour-selectie.
“Misschien, maar het eerste dat ik vanuit die rol ook zou zeggen is dat ik Wout in de Tour naast me wil hebben. Ik ben niet de persoon die renners naast zich gaat eisen. Ik ben iemand die met de ploeg in gesprek gaat en op basis van het parcours overlegt welke type renners we nodig hebben. En wie het best in deze rol past. Ik vind dat dit in overleg moet gaan. Vanaf het begin had de ploeg hetzelfde plan als ik, dus veel discussie is of was er niet. Al besef ik wel dat mijn aandeel in de samenstelling van de ploeg groter is geworden.”
Zonder Roglic ben jij wel de enige klassementsrenner van de ploeg en ligt alle druk bij jou?
“Ik besef terdege dat in de Tour starten met rugnummer 1 een zekere druk op me zal leggen. Maar zoals ik al eerder heb aangegeven, de verwachtingen van de buitenwereld kan ik goed naast me neerleggen. Dat boeit me niet. Ik rij mijn eigen koers. Ik moet in mezelf geloven en mijn best doen. En zo kijk ik ook naar mijn rol in de ploeg. Het voelt zelfs comfortabel aan om als titelverdediger te starten. Ik weet nu immers hoe het moet.”
Nu je van het zoet van de overwinning hebt geproefd is de honger alleen maar groter geworden?
“Dat weet ik niet. Natuurlijk wil ik graag nog eens, of vaker, de Tour op mijn naam schrijven. Die honger is er altijd. Het is speciaal om de ronde voor het eerst te winnen. Dat ik erin ben geslaagd om de Tour te winnen wil niet zeggen dat de motivatie voor een tweede zege meer of minder is. Het is alleen anders. Het willen winnen dat was er altijd en dat zal er altijd zijn.”
Je hebt de Tour-zege al op zak, maar je fietst pas vier jaar op WorldTour-niveau. Is er nog progressie mogelijk?
“Ik hoop dit jaar opnieuw een stap te zetten. Ik denk niet dat ik me moet richten op het verbeteren van klimmen, tijdrijden of sprinten, maar dat ik gewoon op alle facetten nog een beetje sterker kan worden. Gezien het beperkte aantal jaren dat ik pas op het hoogste niveau actief ben, moet die verbetering nog mogelijk zijn. Het afgelopen jaar was ik op een paar belangrijke momenten in het jaar ziek. Als ik dat weet te voorkomen, dan moet mijn basisniveau nog beter kunnen worden. Ik denk overigens niet alleen aan fysieke verbeteringen, maar besef terdege dat ik ook in mijn doen en laten als wielrenner, als leider van een ploeg, nog stappen kan zetten.”
Hoe verwacht je dat Tadej Pogacar je in de komende Tour gaan bestrijden?
“Ik denk dat hij nog meer gemotiveerd zal zijn om de Tour weer te winnen. Ik weet niet of hij nog agressiever zal rijden dan afgelopen jaar, want dat deed hij in de Tour van 2022 zeker al. Ik zou bijna zeggen dat het onmogelijk is om nog aanvallender te koersen. Ik weet niet wat ik van hem moet verwachten. Voor mij is duidelijk dat in de hoge bergen mijn kracht ligt. Dat is mijn sterke punt. Daar moet ik hem ook dit aar weer proberen te verslaan. We gaan het in de Tour zien.”
Bergen boven de 2.000 meter. Daar ligt de zwakte van Pogacar. Maar zoveel echt hoge cols zitten er niet in de komende Tour. Is dit wel een Tour voor jou?
“De eerste observatie maakte me duidelijk dat er weinig echt hooggebergte in deze Tour zit. Mijn eerste gevoel zei dan ook dat er weinig klimmen in de ronde zitten die mij goed liggen. Het leek mij toen vooral een parcours op het lijf van Pogacar. Maar hoe gedetailleerder ik deze Tour bestudeer, hoe meer ik tot de conclusie kom dat bepaalde ritten me heel goed liggen.”
Aan welke ritten denk je dan?
“Drie dagen heb ik nu al aangekruist. De ritten van de Puy de Dôme, de Col de la Loze en de Col du Grand Colombier. Het zijn nu meer klimmen van zo’n tien kilometer, die allemaal vrij lastig zijn. Het worden lange klimfinales, dat komt mij in principe goed uit. In de afgelopen Tour waren Peyragudes en bijvoorbeeld La Planche des Belles Filles net iets korter, zo’n zes à zeven kilometer. Hoe vaker ik naar het parcours kijk, hoe meer ik ontdek dat de Tour van 2023 me heel goed ligt.”