Reportage Remco Evenepoel: “Zeges in Vuelta en op WK zijn de beste motivatie voor de toekomst”

In omgekeerde volgorde: de wereldtitel, een grote ronde en een monument In 2022 heeft Remco Evenepoel alle verwachtingen ingelost. Bewierookt vanaf de junioren. Beschimpt bij tegenvallende prestaties na dé val. Maar wie het laatst lacht, lacht het best. RIDE Magazine zocht de hoogste toppen en de diepste dalen van deze groeibriljant op.

Deze reportage was eerder te lezen in de RIDE Wintergids van 2022.

Op de Quai des Ardennes in het hartje van Luik schudt hij alle demonen van zich af. Remco Evenepoel heeft net na een magistrale solo van 30 kilometer Luik-Bastenaken-Luik op zijn naam geschreven. Voorbij de finish in de valt hij in de armen van Patrick Lefevere. Op de schouders van zijn ‘baas’ laat het 22-jarige wonderkind alle emoties de vrije loop. Lefevere noemt het niet wenen, maar brullen dat zijn goudhaantje doet.

“Het kwam er ineens allemaal uit”, vertelt Lefever. “Die jongen heeft zoveel over zich heen gekregen. De doodangsten na die val in het ravijn in Lombardije en alle kritiek die hij vorig jaar na zijn mislukte Giro d’Italia en het WK in Leuven over zich heen kreeg. Dat zet je niet zomaar opzij. Zoiets vergeet je niet. Die impact is groot. In Luik heeft hij alles eruit gefietst en eruit gebruld. Ik zei nog: ‘Remco, verman je’. Iedereen kijkt toe en de mensen genieten van je tranen. Deze zege maakte echter veel in hem los. Het voelde als een bevrijding. De overwinning in Luik heeft een sterkere persoon van hem gemaakt.”

Ook Klaas Lodewyck, zijn directe ploegleider bij Quick-Step Alpha Vinyl, haalt die 24ste april in de Ardennen als een scharnierpunt in de loopbaan van Evenepoel aan. Hij benadrukt dat je grote kampioenen geduld moet gunnen: “Winnen zit in hun dna en ze leggen zichzelf al gigantisch veel druk op. Remco heeft voorheen al mooie wedstrijden gewonnen, maar altijd was er iemand die het nodig vond om hem na te trappen. Er werd altijd gezegd dat hij dit en dat niet kon. Hoewel hij goed met die kritische noten kon omgaan, gaat die voortdurende kritiek na een tijdje een ballast vormen. Ik denk dat het belangrijk was dat hij in Luik rechtstond in een grote klassieker en de overwinning op een indrukwekkende manier pakte. Dat was een zege waarmee hij iedereen de mond heeft gesnoerd.”

Volgens Lefevere heeft de Ardennen-klassieker Evenepoel als renner en als persoon ontbolsterd: “Die overwinning heeft hem een stuk rustiger gemaakt. Na zijn val in Lombardije heeft hij diep gezeten. Als hij een slechte dag had, dan hield hem dat lang bezig. Na zijn zege in Luik heeft hij veel meer rust gevonden. Wanneer je een slechte dag of prestatie kunt loslaten, dan is dat een bevrijding voor je mentale welzijn.”

Vergrootglas

Als Evenepoel als 17-jarige een kleine twee maanden op de fiets zit, komt hij al in beeld bij de ploeg van Lefevere. Hun toenmalige scout José Antonio Fernández ziet hem een juniorenkoers in het Baskenland rijden en maakt meteen melding. Daarop wordt Evenepoel uitgenodigd voor een test op de Bakala-Academy in Leuven. Trainer Koen Pelgrim, al vanaf 2012 aan de ploeg verbonden, herinnert zich die dag nog goed. “Het was een goede test, maar ik had ook al betere testen van junioren gezien. Je moest echter in je achterhoofd houden dat deze jongen pas net aan het fietsen was. Dan was zijn resultaat zeker speciaal. We zijn hem gaan volgen en zagen in de daaropvolgende koersen direct dat hij inderdaad een supertalent was.”

Het leven onder een vergrootglas begint voor Remco Evenepoel echt wanneer hij in Innsbruck overtuigend wereldkampioen bij de junioren in de tijdrit én op de weg wordt. Pas anderhalf jaar fietst dit supertalent en als één van de eersten in het peloton mag hij vervolgens de beloftencategorie overslaan om in 2019 als prof al te debuteren in de ploeg van Lefevere. “Misschien wordt deze renner nog wel beter dan ik”, zei zelfs ‘s werelds beste renner allertijden Eddy Merckx na dat WK in Oostenrijk.

“Ik ben een grote fan van Eddy Merckx, maar dit had hij niet moeten zeggen. Met die uitspraak heeft hij Remco geen plezier gedaan”, beklemtoont Lefevere. “Die woorden hebben veel schade toegebracht. Ik word ook ziek van die vergelijking. Alstublieft, vergelijk geen generaties. Doe dat niet! Eddy Merckx reed in zijn jaren 180 koersen per seizoen, terwijl Remco er nu maximaal 70 rijdt. Op tien jaar tijd gaat hij meer dan duizend wedstrijden minder dan Merckx rijden. Dan kun je in die tien jaar tijd dus ook nooit 500 koersen winnen. Vergelijk Remco met zijn generatie. Met Luke Plapp, Ilan van Wilder of Thymen Arensman.”

Als een grote ster komt Evenepoel op 18-jarige leeftijd binnen in ‘The Wolfpack’ en tussen alle gerenommeerde namen laat hij zich direct verbaal gelden. “Zodra Remco in het team kwam, maakte hij indruk op me met de manier hoe hij zich gedroeg. Je kon zien dat hij uit het voetbal kwam. Hij had vanaf het begin duidelijke ideeën en deed nooit iets om dat te verbergen, zelfs niet tegenover meer ervaren teamgenoten. Zoveel vertrouwen verwacht je niet van een jongeman”, vertelt ploegmaat Andrea Bagioli aan TuttoBiciWeb.

Het is een karaktertrek die bij Evenepoel past. Van zijn elfde tot zijn veertiende voetbalt hij bij de jeugd van PSV. Als Belg in Nederland is dat niet eenvoudig, maar de jongen uit Schepdaal is verbaal zeker opgewassen tegen zijn Noorderburen. “Remco wil niet gewoon presteren, hij wil de patron zijn, de nummer 1 worden. Dat zit in zijn karakter en siert hem ook”, herinnert oud-voetballer Alain de Nil die hem destijds begeleidde bij PSV.

Lodewyck: “Ik wil Remco niet meteen haantje de voorste in de groep noemen, maar het is wel een persoon die zijn enorme ambities toont. Ik heb het geluk gehad dat ik als ploegleider begonnen ben bij de opleidingsploeg van BMC, waardoor ik twee jaar lang veel op pad was met jonge renners. Daar heb ik geleerd om goed te luisteren naar die jongens. Bij de nieuwe generatie is het belangrijk dat je opvolging geeft aan de feedback die zij je geven en 24 uur per dag beschikbaar bent. Wanneer er een goede klik van beide kanten is, is het belangrijk dat je over van alles met elkaar kunt praten. Ook buiten de koers. Op die manier bouw je een goede verstandhouding op.”

Koning Remco

Evenepoel laat zich vanaf het eerste moment binnen Deceuninck-Quick-Step gelden. Een deel van het personeel geeft hem de bijnaam ‘Koning Remco’ en dat is eerder een geuzennaam dan een eretitel. Ook in het peloton heeft hij zijn maniertjes en incidenten, waardoor hij richting andere renners geregeld hautain overkomt. “Oké, Remco heeft nog zijn ‘voetbalkantjes’ en ja, ik kan begrijpen dat dit sommige mensen tegen de borst stuit”, zegt zijn boezemvriend en ploegmaat Iljo Keise in HLN. “Maar hij werkt daar aan. Niemand kon hem de voorbije maanden op een stoute uitspraak of raar gebaar betrappen. Remco leert enorm snel bij, geloof me. Probleem was dat het grote publiek hem daar bijzonder weinig tijd voor gunt.”

Lefevere heeft zijn jongeling altijd verdedigd: “Als een 20-jarige een ‘slip of the tongue’ heeft en roept dat hij het binnenkort binnen de ploeg wel voor het zeggen heeft, dan moet je hem daar natuurlijk op wijzen. Maar, je mag het toch ook vergeven met de mantel der liefde.”

Hij vervolgt: “Op jonge leeftijd, van zijn elfde tot zijn veertiende, heeft Remco drie jaar bij PSV gespeeld. Het eerste jaar werd hij vanuit de Kempen elke dag met een busje naar het trainingscomplex in Eindhoven vervoerd. De twee daaropvolgende jaren zat hij daar in een gastgezin. Om als enig kind op die leeftijd je familie achter te laten is niet niks. Dat maakt je zo snel volwassen tegenover een kind uit een beschermend gezin dat elke dag naar de school in zijn dorpje gaat. Hij was zijn leeftijdgenoten toen al ontgroeid en had al vrij vroeg een eigen sterke mening. En laat ik voorop stellen, ik heb graag mensen met een mening om mij heen. Sommige mensen vinden dat echter niks. Die noemen dat arrogant of brutaal. Als een jongen van 20 jaar iets zegt, dan luisteren ze niet eens en is het enige dat ze antwoorden: bewijs het eerst maar eens op de pedalen. Nou, dat heeft Remco inmiddels gedaan.”

Achtbaan

Met overwinningen in de Clasica San Sebastian, het Europees kampioenschap tijdrijden en de eindzeges in de Rondes van Polen, Burgos, Algarve en België bewijst hij direct bij de profs in 2019 en 2020 welk uniek talent hij is. Totdat hij op 15 augustus 2020, na de corona-lockdown, zwaar ten val komt in de ronde van Lombardije.

“Eigenlijk liep het bij de profs in mijn eerste anderhalf jaar tot aan die val in Lombardije ongekend goed”, vertelt Evenepoel zelf. “Ik zat in een achtbaan, waarin ik mezelf keer op keer bleef verrassen. Na die val was alles anders. Mentaal was dat een enorme omschakeling. Van de jongen die van de ene naar de andere prijs fietste, moest ik mezelf weer terugvinden op de fiets.”

Die zwarte zaterdag zal Lefevere ook niet gauw vergeten. Hij zit samen met de ouders en vriendin van Evenepoel in Caffè/Ristorante Monti van oud-profwielrenner Luca Paolini op vijftig meter van de finish in Como naar de televisie te kijken. “Plots zie ik zijn fiets tegen dat muurtje staan. ‘Hij ligt in het ravijn’, schoot meteen door mijn hoofd. Ik vreesde eenzelfde verhaal als Fabio Cassartelli die in de Tour de France van 2005 in de afdaling van de Portet d’Aspet om het leven kwam. Wat er dan door je hoofd gaat? Het eerste was: wat moet ik tegen zijn ouders zeggen wanneer die camera naar beneden kijkt en we zien die beelden die we niet willen zien. Ik had dertig seconden de tijd om te bedenken wat ik in het slechtste geval kon zeggen. Gelukkig zagen we hem bewegen. Maar ja, dan heb je nog geen indicatie hoe het met hem is. We zijn naar het ziekenhuis gegaan en kwamen daar gelijktijdig met de ziekenwagen aan, waardoor we hem nog net even konden zien voordat hij naar binnenging. Er werd later gezegd dat hij waarschijnlijk zijn heup had gebroken en dat het verder zou meevallen.”

Die heupbreuk blijkt echter een breuk in het bekken (op de plek waar de kop van de heup het dijbeen binnendringt), een dubbele breuk van het schaambeen en een zwaar hematoom op de longen. Er is ook een adertje gesprongen dat het bloed naar de kop van het dijbeen brengt. Dat is levensgevaarlijk. Evenepoel is al twee liter bloed kwijt. Als ze dit niet tijdig hadden ontdekt, had hij kunnen doodbloeden. Verder zit de breuk op één millimeter van een zenuw. Als die geraakt zou zijn geweest, had hij een dwarslaesie kunnen oplopen.

Lefevere: “Vervolgens was het afwachten hoe de breuken en wonden zouden genezen. Remco is een persoon die sterk in zijn schoenen staat, maar ik denk dat deze val hem mentaal nog sterker heeft gemaakt. Alleen is er toen de fout gemaakt om te snel te willen revalideren, zoals alle topsporters dat willen doen. We hadden nochtans goede mensen om hem heen gezet. Ik heb iedereen één keer gewaarschuwd, toen kreeg ik kritiek van de deskundigen. Dan houdt het op.”

Geduld

Achteraf erkent Evenepoel dat hij zelf ook veel te snel terug wilde komen: “Ik moest geduld hebben en wachten dat de beste Remco weer terugkwam. Dat maakte me gestrest. Ik was niet de Remco die ik wilde zijn. Ik was mezelf niet. De terugkeer ging met ups en veel downs. Het was soms moeilijk om mezelf te motiveren, om de draad weer op te pakken. Je kunt nog zoveel talent hebben, maar op die momenten komt het op de harde arbeid aan. Het was een moeilijke tijd, waarin ik vaak aan het huilen was zonder dat ik wist waarom. Dat kwam omdat ik niet meer wist wie ik was. Ik kon mezelf niet terugvinden.”

Ook Lodewyck zag dat Evenepoel in die periode zoekende was. “Hij sprak met duizend en één mensen over hoe hij moest terugkomen. Dat was ook niet goed. Wij waren overtuigd dat hij weer op niveau zou komen, maar wisten dat we deze blessure tijd moesten geven om te herstellen. Daar is de fout gemaakt dat we hem te snel hebben terug gebracht en dat hij zich direct wilde bewijzen dat hij weer op niveau was. Die Giro d’Italia is ook voor hem een wijze les geweest. Wanneer je naar een grote ronde gaat, heb je een goede basis nodig. Ook al ben je één van de beste renners van de wereld, je kunt niet zomaar na een half jaar in de lappenmand te hebben gelegen en drie maanden te hebben getraind een grote ronde winnen. Dat lukt niemand.”

Zijn trainer Koen Pelgrim benadrukt dat Evenepoel twee keer vanaf vrijwel nul moest herbeginnen. “Remco is inderdaad door die val in augustus een heel stuk terug gevallen. Eind oktober zat hij alweer terug op de fiets. In december kreeg hij echter een terugslag. Tijdens het eerste trainingskamp reed hij door een gat in de weg en had vervolgens abnormaal veel pijn aan zijn heup. Toen bleek dat het bot niet goed aan het helen was, waardoor hij opnieuw zes weken rust moest nemen. Vervolgens kon hij pas in februari opnieuw beginnen. Andermaal begon hij vanaf nul, waardoor hij met grote achterstand aan het seizoen 2021 begon. Door die val is hij veel spiermassa kwijt geraakt. In de loop van 2021 is dat stapje voor stapje erbij gekomen. De eerste procentjes zijn altijd het makkelijkst, maar de laatste het moeilijkst.”

Berekend risico

Volgens Lefevere was de deelname in de Giro d’Italia in 2021 een berekend risico. “De val in de Ronde van Lombardije heeft hem een jaar gekost. Daar blijf ik bij. In die Giro kende hij een slechte dag in de gravelrit. Vervolgens komt hij ten val en wat niemand heeft gezien is dat Mikel Nieve met 50 kilometer per uur in zijn rug rijdt. Daardoor kende hij een derde terugval. In de zomer en het najaar van 2021 won hij alweer wedstrijden, maar pas in de winter heeft hij voor het eerst echt goed aan zijn opbouw kunnen werken. De Remco die voor zijn val in Lombardije zagen komen, hebben we eigenlijk pas in 2022 voor het eerst teruggezien.”

“Nee, ik heb het niet altijd makkelijk gehad”, erkent Evenepoel. “Ik weet uit welk dal ik ben gekropen. Wat heb ik niet allemaal moeten doorstaan? De crash in Lombardije, de harde weg terug naar mijn oude niveau, de vele kritiek die ik kreeg, waar niet alleen ikzelf maar ook mijn naaste familie enorm onder heeft geleden.”

Lefevere: “Die jongen heeft zoveel over zich heen gekregen. Ik heb het meeste plezier als ik mensen hun ongelijk kan geven. In Madrid bij de huldiging van de Vuelta-zege was ik stilletjes aan het lachen in mijn darm, zoals wij dat in Vlaanderen zeggen. Zie ze hier eens allemaal staan. ‘Remco kan het niet. Hij kan geen steile beklimmingen op. Hij heeft moeite boven de 2.000 meter. Hij kan niet afdalen. Het zal bij de Ronde van Algarve blijven. Hogerop komt hij niet.’ Ik heb het al vaak tegen mijn renners gezegd: Antwoorden met de pedalen. Eerst trappen, dan pas klappen (Vlaams woord voor praten, red.).”

Na zijn zege in Luik ging Evenepoel hier op de persconferentie dieper op in: “Ik vertel geen geheim dat ik na de val in Lombardije heb geworsteld in de afdalingen. Ik heb daaraan gewerkt, met een psycholoog, met mijn ploegmaats, door snelle afdalingen te rijden. Ik wist dat ik het kon, als ik mezelf over de limiet zou duwen. Er is talent nodig, maar ook de wil om hard te werken. De voorbereidingen voor Luik gingen erg goed. Ik was ontspannen, helemaal anders dan vorig jaar, toen ik altijd gestresst was en nooit zeker van mezelf.”

Bevrijding

Zijn overwinning in Luik bleek dus dé bevrijding te zijn. Met de eindzege in de Vuelta a España en de oppermachtige wereldtitel op de weg in het Australische Wolongong heeft Evenepoel dit najaar alle hooggespannen verwachtingen ingelost. Lodewyck: “Als je ziet hoe indrukwekkend hij in 2019 in zijn eerste jaar bij de profs al reed. Er waren toen nog zoveel zaken waar we aan konden werken en bijschaven. Qua positionering, explosiviteit, etc. kon hij nog zoveel verbeteren. Hij moest nog een wielrenner worden, ook omdat hij toen pas amper twee jaar op de fiets zat. Iemand die dan al zo rap op een fiets rijdt, die kan nog een enorme progressie boeken. Daarom was ik altijd overtuigd dat hij in de toekomst tot bijzondere prestaties in staat was. Ik denk dat we de laatste weken van dit seizoen een heel complete renner hebben gezien, die ook qua positionering en het aansturen van ploegmaats enorme stappen heeft gezet.”

“Zijn ontwikkeling is ietsje sneller gegaan dan wij en hijzelf hadden verwacht”, is Lefevere eerlijk. “Nu kan niemand meer om hem heen. Steeds wist hij op de cruciale plekken zijn slag te slaan. Die demarrages op La Redoute in Luik, op de laatste klim in San Sebastian en op Mount Pleasant tijdens het WK. Hij rijdt weg waar hij wil. Ik denk dat de hele puzzel in elkaar is gevallen. Hij zit goed in zijn vel. Zijn relatie met zijn vriendin, inmiddels vrouw, is sterk. En ook met zijn ouders is zijn verhouding goed, daar waar er vroeger ook wel eens wrijvingen waren. Sportief liep het ook lekker. In de ploeg zit hij goed op zijn plek. Hij heeft geen covid gehad. Viel slechts één keer en dat was een onschuldige val in de Vuelta. Nee, hij is niet eens verkouden geweest. Hij is door het jaar gefietst zoals Philippe Gilbert zijn boerenjaar in 2011 kende. Een jaar waarin alles mee zit en alles lukt. Dit een seizoen ‘Grand Cru Classé Exceptionnel’. Een jaar om te koesteren.”

Pelgrim bevestigt dat we de laatste maanden van dit seizoen de beste Evenepoel ooit zagen. Vanaf de Clasica San Sebastian via de Vuelta a España tot aan de WK in Wolongong presteerde hij niet alleen top, maar bereikte hij ook topwaardes. “Er waren andere momenten waarbij hij waardes realiseerde die daarbij in de buurt kwamen”, geeft de Nederlandse trainer aan. “Waardes zijn echter moeilijk vergelijkbaar omdat er vele variabelen zijn. Al zijn San Sebastian en eerste tien dagen van de Vuelta inspanningen waar wij wel vrij veel vergelijkingsmateriaal van hebben. Het niveau dat hij in die periode liet zien, heeft hij daarvoor nooit gehaald.”

Voor de staf van Quick-Step-Alpha Vinyl was eigenlijk de grootste verrassing de lange periode dat Evenepoel deze topwaardes kon volhouden. “Voor de Vuelta was dit zeker nog een vraagteken”, bevestigt Pelgrim. “In het eerste deel van dit jaar was die constante er niet altijd. Met dit ons achterhoofd hielden we er ook in de Vuelta rekening mee dat er altijd een slechte dag kon tussen zitten. Verder vind ik dat hij mentaal een belangrijke stap heeft gezet. Hij laat zich niet uit het lood slaan op een dag dat hijzelf iets minder is. Je hoopt iemand pijn te doen, maar dan blijkt diegene jou pijn te doen. Daar moet je mee kunnen omgaan. In de laatste week van een grote ronde speelt dat mentale spelletje. Juist daarin heeft hij belangrijke stappen gezet.”

Nee zeggen

Blijft Evenepoel met beide voeten op de grond staan na zijn recente prestaties en de totale gekte rond zijn persoon? Lefevere: “Hij blijft hier heel normaal onder. Na het WK heb ik met zijn vader en hem gedineerd. Ik had een briefje mee met de sponsorverplichtingen die wij als ploeg nog voor hem hadden. Er wordt altijd over de vloek van de regenboogtrui gesproken. Die vloek bestaat echter niet. Die vloek is wat er allemaal rond de wereldkampioen gebeurt. Van de ene receptie naar de andere gesleept worden. Niet ‘nee’ kunnen zeggen en overal gaan eten en drinken. Het belangrijkste is dat je je gewone levenspatroon vervolgt. Remco gaat dat probleem niet tegen komen, omdat hij zich weet af te schermen van al die verzoeken en blijft vast houden aan zijn levenswijze. Ik heb hem dat briefje gegeven en die zaken heeft hij allemaal op een dag gepland zodat hij vervolgens na zijn vakantie naar Spanje kan gaan en vanaf november aan zijn nieuwe seizoen kan werken. Hij kan ‘nee’ zeggen en dat is heel knap. Want momenteel wil iedereen iets van hem. Hoe goed het ook gemeend is, maar men weet niet wat de gevolgen zijn wanneer Remco hier overal op in zou gaan.”

Op de vraag hoe moeilijk het is om in Vlaanderen nu Remco Evenepoel te zijn, is Lefevere duidelijk: “Dat is zo goed als ‘mission impossible’. De Vlaamse media zijn goed in het scheppen van onredelijke verwachtingen.”

Ook Phil Lowe, de perschef van Quick-Step-Alpha Viny, erkent dat er momenteel een ‘Evenepoel-gekte’ heerst en dat het veel verder gaat dan alleen de sportpers. Fashion en lifestyle magazines, talkshows, iedereen wil hem nu spreken. “Het is al een hele taak om een selectie te maken waar hij wel en niet op in wil gaan. Ik heb dit niet eerder mee gemaakt. De ‘gekte’ rondom Remco overtreft alles. Zeker vanuit Vlaanderen. Er komen sowieso altijd meer aanvragen uit Vlaanderen, waar meer interesse voor Remco is dan waar uit de wereld. Het wielrennen wordt hier veel intenser beleefd. We weten dat er volgend jaar veel media-aandacht voor Remco zal zijn. Wij zullen hem hierin moeten beschermen. In het verleden hebben we ook Tom Boonen in onze ploeg gehad. Wat dat betreft hebben we ervaring.”

Goed nest

Lefevere weet als geen ander dat je moet opletten dat jonge talenten zich de kop niet gek laten maken. “Dat is het grote gevaar”, waarschuwt hij. “Remco komt uit een goed nest. Die mensen hebben geen kapsones. Zijn vrouw, zo ver als ik ze ken, komt ook uit een discreet gezin. Mensen veranderen soms door geld. Ik denk niet dat dit hier gaat gebeuren. Ik denk juist dat deze resultaten hem een mentale rust geven.”

Zelf staat Evenepoel natuurlijk vooral stil bij de positieve aspecten van zijn prestaties van de afgelopen maanden: “De overwinningen in de Vuelta en op het WK zijn de beste motivatie voor de toekomst. Alles wat ik in die laatste weken van het seizoen gerealiseerd heb was speciaal. Soms heeft het me verrast, soms voelde het vooral als een droom die is uitgekomen. Ik kijk nu heel anders naar de toekomst dan in augustus. Ik heb voor mezelf en mijn ploeg bewezen dat ik een grote ronde kan winnen. De eindzege in de Vuelta en de wereldtitel geven veel vertrouwen richting de toekomst. Natuurlijk brengt dit ook rust in mijn hoofd. Ik weet hoe hard ik getraind heb en hoe specifiek ik me voorbereid heb richting de klassieke periode in april en vervolgens richting het klim- en tijdritwerk van de Vuelta. Dat die trainingen tot deze resultaten hebben geleid geeft me zeker rust. Ik weet dat ik in de toekomst een copy paste van deze voorbereiding kan maken. Dat is een luxe die ik meeneem naar de komende jaren.”


Welke marge heeft Evenepoel nog?

Grote vraag is hoe Remco Evenepoel zich nog verder kan ontwikkelen. Zelf benadrukt de wereldkampioen regelmatig dat hij pas vijf jaar wielrenner is en dat hij deze zeges al realiseert twee jaar na dé val. Tekenend dat Evenepoel zelf overtuigd is dat hij nog fysieke stappen kan zetten. “Toch denk ik dat hij al heel ver staat in zijn ontwikkeling”, is Lefevere voorzichtig. “Al denk niet dat een jongen van 22 jaar volgroeid is. Fysiek en mentaal kan hij nog wat sterker worden en dan heeft hij straks ook nog de ervaring waar hij op terug kan vallen. In principe als hij gezond blijft, gaat hij nog beter worden.”

Ook zijn trainer Koen Pelgrim is geneigd te zeggen dat Evenepoel nog stappen kan zetten: “Normaal moet hij nog kunnen groeien, maar de stapjes worden steeds kleiner. Je ziet tegenwoordig dat jonge renners door betere training en voeding op jonge leeftijd al tussen hun 17de en 19de levensjaar behoorlijke stappen zetten. Daarna wordt de marge kleiner. Het wielrennen had in deze ontwikkeling nog een behoorlijke achterstand tegenover de meeste andere sporten.”

“Kijk bijvoorbeeld naar het zwemmen. Daar zijn de meeste toppers rond de twintig jaar en ben je met 25 jaar al oud. Vroeger werd je pas wielrenner rond je 22ste en kwam je rond je 27/28ste tot de beste resultaten. Dat kwam vooral door de achterstand die er was op het gebied van begeleiding en niet door de pure, fysieke groeimarge. Tegenwoordig zijn de wielrenners op veel jongere leeftijd veel serieuzer bezig met de sport. Daardoor ontwikkelen zij zich sneller dan de oudere garde. Daarom zetten deze talenten nu de grote stappen voor hun twintigste en zijn de groeimogelijkheden in de jaren daarna kleiner.”


Aerodynamica als wapen

Trainer Koen Pelgrim stelt dat de aerodynamische houding op de fiets een van de grote wapens van Remco Evenepoel is. De wereldkampioen is slechts 1,71 meter groot, waardoor hij minder wind ‘vangt’ dan grotere renners. “Een kleinere renner levert minder absoluut vermogen dan een grote renner. Dat weet Remco deels op te vangen doordat hij met zijn kleine postuur heel compact op zijn fiets kan zitten. Niet alleen op een tijdritfiets ook op de gewone fiets vindt hij die houding. In de windtunnel heeft hij de laagste luchtweerstand van de ploeg.”

“Voor Remco kost het geen moeite om zijn hoofd naar beneden te houden en zijn lichaam laag te houden. Hij kan goed klimmen, maar door die houding ook bijzonder goed op het vlakke kan rijden. Dat is zijn grote voordeel. Daarom kan hij voor iemand van circa 60 kilogram zo goed tijdrijden en houdt hij zo’n lange solo’s vol. Door die houding verspeelt hij in een groep ook weinig energie. Als hij in een wiel van iemand zit, hoeft hij relatief weinig moeite te doen. Terwijl als iemand in zijn wiel zit nog altijd vrij veel wind opvangt. Dat is altijd in zijn voordeel.”


‘Een kleine Lance Armstrong’

Ploegleider Klaas Lodewyck ziet soms een kleine Lance Armstrong in Evenepoel. “Het is misschien een verkeerde vergelijking, maar qua karakter zie ik wel overeenkomsten tussen Remco en Lance”, zegt Lodewyck eerlijk. “Los van alles wat er in het verleden met Armstrong mis is gegaan, was Lance ook iemand die nooit genoeg kon winnen. Als hij ergens aan de start stond, dan wilde hij de beste zijn. Remco heeft dat altijd willen winnen ook. Op de laatste zondagochtend van de Vuelta a España in Madrid begon hij met ons al over het WK in Wollongong te praten. Het is nooit genoeg. Dat geeft ook aan dat hij altijd gedreven is om de beste te zijn en koersen te winnen.”

Een andere overeenkomst met Armstrong vindt Lodewyck dat Evenepoel ook kritiek op zijn persoon gebruikt om zelf nog beter te presteren. “Lance was een killer. Als je tegen zijn schenen schopte, dan trapte hij tien keer harder terug. Meestal deed hij dat op de fiets en soms ook verbaal. Die killersmentaliteit heeft Remco ook. Hij geeft ook vaak antwoord met prestaties op de fiets. Al is hij in zijn commentaren wel een stuk diplomatieker.”